Er kwam een meisje haar hoofd de deur om steken. Ze leek verbaasd bij het zien van de ziekenzaal, wat ik haar niet kwalijk nam. Hoewel het meisje een vampier was, scheen ze niet te snappen waarom het hier zo leeg was. Misschien was ze een nieuweling. Ik had haar in ieder geval nog nooit op Bloody High rond zien lopen. Ze had blond haar blonde krullen opgestoken en droeg een blauw, kort jurkje. Ik bekeek vluchtig mijn witte kleding. Maar ik had geen zin om schoonheidswetstrijdjes te spelen als ik toch niet won. Het meisje viel meteen met de deur in huis, letterlijk en figuurlijk, want de deur was zo oud dat die bijna uit zijn voegen viel elke keur als een vampier er aan zat. Het meisje liep snel naar voren en kwam tegenover me staan. "Hee ik ben katherine, waar zijn alle zieke vampiers heen?" Ik kon het niet laten haar ongelovig aan te staren zodat ze misschien bang werd en keihard weg zou rennen. Maar dat gebeurde niet dus zei ik duidelijk maar verveeld; "Vampiers genezen uit zichzelf, dat gaat heel snel. Er is nog nooit iemand geweest die ik heb hoeven helpen." Dat was niet waar maar ik wilde lekker melodramatisch tegen haar doen. Ik wilde eigenlijk niet tegen haar praten. Ik vond het altijd vervelend als er een nieuwe vampier op school kwam, in mijn mentor klas en beter, sterker en mooier was. Ik pakte mijn lepeltje en roerde er boos en verveeld mee door mijn kopje hert, wat ik echt smerig vond. In plaats van boos te worden en weg te lopen bleef ze aardig en geïnteresseerd wat het nog irritanter maakte. "Hoe heet je? Ben je al lang vampier? Waarom doe je dit werk dan als er toch geen gewonden zijn?" Ik keek haar even aan en concentreerde me toen weer op het kopje bloed en liet mijn lepeltje dertig rondjes draaien voordat ik antwoord gaf. Katherine was op een van de nutteloze bedden gaan zitten terwijl ze geduldig en beleefd op een antwoord wachtte. "Ten eerste is het U. Ik ben een leraar, word ook jou mentrix, ten tweede ligt het eraan of je zestig jaar lang vind of niet en ten derde... Er zijn wel gewonden hoor. Heel veel zelfs. Maar ze willen niet naar mij komen omdat mijn remedie te hard is voor ze." Ik vond haar gezichtsuitdrukking na die zin geweldig. Ik besloot haar nog een beetje banger te maken. "Ja, ik pak wel hard aan. Dat doen alle vampiers hoor. Je wordt vanzelf wel hard door alle moordende beesten in het bos." Ik grijnsde lichtjes naar mijn tafeltje terwijl ik zo verveeld mogelijk sprak, als of er elke dag iemand vermoord werd. Ik pakte mijn kopje bloed, kwam achter de balie vandaan en goot het leeg in de prullenbak vlak naast haar. Ik keek haar medelijdend aan. "Als je wilt uithuilen moet je niet bij mij zijn maar bij Kate." Ik klopte op haar schouder en fluisterde; "succes." Maar toen ik naar de deur liep, hield Katherine me tegen.